Onze omgeving heeft invloed op ons. Die prikkelt creativiteit of wekt verveling op. Braakliggende terreinen en aftandse gebouwen worden beschouwd als een doorn in het oog en zijn gebieden met een lage kwaliteit. Tegelijk zijn het ook de plekken waar menig burger zelf iets realiseert. Dit is de positieve (bottom-up) beweging en hoe kunnen we deze beweging verder stimuleren? Joren van Dijk omgevingspsycholoog en bewonderaar van onze omgeving vertelt hierover.
De omgevingspsycholoog
De simpelste omschrijving van mijn werk is ‘advocaat van de gebruiker’. In het vak zijn we onder andere op zoek naar de context en het doel van de omgeving. Hiervoor proberen we het gedrag van mensen te voorspellen en de omgeving daarop aan te passen. We zetten de gebruiker centraal en niet het ideaal beeld van de architect of beleidsmaker. Dit creëert nieuwe kansen voor gebruikers die worden betrokken bij de betekenis en kwaliteit van hun plek. Op dit gebied probeert een omgevingspsycholoog beleidsmakers en ontwerpers uit te dagen, “professionals laten redeneren naar de behoefte van de gebruiker.”
Sim-city voorbij
Er is een gat in de markt ontstaan en er is behoefte aan betekenis. Vanuit opdrachtgevers en ontwerpers wordt er nog teveel nagedacht vanuit sim-city perspectief: parameters en ideaal beelden controleren hoe de stad zich ontwikkelt. Hierin moet je deze parameters goed in de gaten houden voor een functionerende stad, met de focus op groei. Nu, na jaren hetzelfde gedaan te hebben blijken sommige parameters helemaal niet meer te kloppen en zit de vastgoedwereld op slot.
Nieuw initiatieven
Door te kijken naar nieuwe bewegingen, bijvoorbeeld burgerinitiatieven kunnen professionals veel leren. Initiatieven die meestal worden geïnitieerd vanuit buurt belang om de omgeving op te knappen, uit te breiden en een toekomst te geven.
Bij deze initiatieven is het de kunst om op zoek te gaan naar de juiste coalities en kansen op onbenutte locaties. De regulieren partijen zoals ontwikkelaars worden ingehaald door bottom-up initiatieven en bedrijven zonder winstoogmerk. Dat is de urgentie van deze tijd waarvoor we ruimte moeten creëren. Door ruimte te geven kunnen nieuwe partijen ondernemen en makkelijk op elkaar anticiperen. Daarnaast moet je inzien dat door overbodige procedures en checklists het enthousiasme kan afremmen. Nú leeft het idee, dus bewoners willen aan de slag, topdown benaderingen vanuit overheidsinstanties voor bottom-up projecten wil je dus voorkomen.
Geen ongezond vastgoed meer
Bottom-up is een trend aan het worden, maar als we allemaal tegelijk in het bootje springen betekent dat het ook kan zinken. We moeten er voor waken dat een trend niet tegen ons gaat werken, zo stelt Joren dat tijdens iedere hype een tegenbeweging opkomt. Met andere woorden, we moeten goed sturen en absoluut niet alles uit handen geven. Er valt een hoop te winnen met participatie maar we moeten ons niet blind staren op dat wat de gebruiker zegt. Experts zijn er niet voor niets; die weten veel van een bepaald vakgebied. Gebruik dus ieders expertise op de juiste manier. Zorg ervoor als opdrachtgever dat je er bovenop zit en zet experts in met dezelfde passie en enthousiasme als de gebruiker, de gebruiker is immers ook een expert. Expert in dagelijks gebruik.
Hoe zet je de gebruiker centraal?
Bij opleidingen voor bouwkundige werd van oudsher geleerd om vanuit jezelf te redeneren, terwijl je bijna altijd voor een ander bouwt. Daarna komt een gebouw in de wereld dat vastgoed heet. In deze wereld ligt de focus voornamelijk op de hoogste prijzen en de laagste kosten. Helaas zorgt dit systeem ervoor dat er minder of geen aandacht is voor de eindgebruiker. Idealer zou zijn dat de focus juist ligt op de omgeving, het gedrag, gevoelens en gedachten van de eindgebruiker.
Tijd voor een nieuwe slag vindt Joren, in een omgeving moeten we openbare ruimte en gebouwen ontwerpen die aansluiten bij de beleving van de gebruikers. Geen architect die een mooi plaatje verkoopt, maar een plaatje dat een gebruikersvisie schetst. Het moeilijke is wel dat, doordat de context steeds anders is, we nu eenmaal niet 100% kunnen voorspellen hoe een gebruiker de ruimte gaat gebruiken. Testfases zijn belangrijk. Zet dus hoog in op simpele doeltreffende initiatieven en gebruik ze als afweging voor eventuele definitieve plannen. Op deze manier leveren bottom-up projecten ontwikkelaars en gemeenten een dienst: het bespaart je op langere termijn geld omdat je niet achteraf de hele boel moet verbouwen omdat de openbare ruimte ‘niet functioneert’.
Mensen aanspreken
Om deze ontwikkeling te stimuleren op braakliggend terreinen moet je mensen aanspreken op hun behoefte. Inspirerende ideeën zullen mensen motiveren om deel te nemen aan projecten. Projecten zijn uniek per stad of locatie, organische stedenbouw! We zoeken nieuwe manieren om in onze omgeving verantwoord te bouwen. Daarbij horen burgers die eigen initiatief tonen en beleidsmakers die zich hiervoor inzetten. Veel burgers willen meer dan alleen een consument zijn, ze willen meer betrokkenheid bij hun directe en indirecte omgeving.
Kijk voor meer informatie over dit thema op de omgevingspsycholoog
Recente reacties