Vanaf 1996 tot 2006 zijn de Nederlandse volkstuinen geslonken. Het aantal oppervlakte nam met 5 procent af wat neer komt op ruim 200 hectare minder vruchtbare grond. Ook het aantal complexen liep terug in deze periode van 2250 tot 1984(1). Tegelijk is er een groene revolutie aan de gang, alles moet tegenwoordig duurzaam en ecologisch verantwoord zijn. Hoe kan het dan dat we minder naar de volkstuin gaan of willen we onze groene vingers gewoon niet vies maken?
Herbestemming
In totaal is er 600 hectare herbestemd voor woongebieden en bouwterreinen. Hier tegenover staat dat er 400 hectare aan nieuwe volkstuinen is bij gekomen, het merendeel heeft hiervoor agrarisch terrein in gebruik genomen. Tussen 2006 en 2008 is het ruimtegebruik door de landbouw afgenomen. Agrarisch terrein is daarmee de grootste leverancier van gebied met een nieuwe bestemming(2). Dit levert de nodige vraagtekens op want waarom onteigenen we boeren van hun grond om zelf voedsel te kunnen verbouwen? Een van de redenen zou juridische problematiek kunnen ondervinden zoals gesteld wordt in het document ‘Knelpunten omgevingsrecht voor gemeenten‘. Als een gemeente in een gebied ruimte wil bieden aan ontwikkelingen, terwijl dat gebied is aangewezen als Natura 2000-gebieden, dan ontstaat snel een knelpunt. Enerzijds wil de gemeente (m.n. bestaande) bedrijven faciliteren in hun groei. Anderzijds beperkt het Natura 2000-regime die groei of maakt deze onmogelijk.(3)
Gezonde grond
In 2006 besloegen volkstuinen 0,12 procent van het landoppervlak. Ze lagen niet gelijkmatig over Nederland verspreid. Inwoners van een stedelijke omgeving hebben minder vaak een eigen tuin en zullen vaker een volkstuin willen verzorgen dan bewoners van landelijk gebied.(4) Daarnaast blijkt ook uit onderzoek van Agnes van den Berg dat tuiniers op veel vlakken gezonder zijn dan hun niet tuinierende buren. Wat ooit rond de 19e eeuw begonnen was als noodzaak om jezelf te kunnen voeden kan nu worden ingezet als strategie om de gezondheidszorg laag te houden. Door de beweging in de tuin hebben mensen minder klachten, gaan dus minder vaak naar de huisarts, zijn rustiger na een bezoek in de tuin en voelen zich gelukkiger, aldus Agnes van den Berg.
Braakliggend nut
Het minder wordende aantal ooit zo geliefde volkstuintjes heeft volgens mij niets te maken met de groene vingers van moderne stedelingen. Alleen de interesse om met de fiets of auto uit de stad te rijden om vervolgens in je tuin te werken neemt af. Het idee dat je om het huis, dak, balkon of op het braakliggende terrein je eigen groene oase kan realiseren neemt sterk toe, waarom dus de stad uit als er zoveel onbenutte grond beschikbaar is in de stad. Vervolgens door in de stad oases te creëren behaal je twee positieve effecten die je minder bereikt met een volkstuin. Enerzijds maak je een stenige omgeving zachter en prettiger door het toevoegen van groen en anderzijds creëer je een ontmoetingsplek voor de buurt, een plek waar de toevallige ontmoeting vanzelfsprekend is.
Creativiteit
Een groene ontmoetingsplek blijkt vooral voor jongeren goed te werken en voornamelijk ook creativiteit stimuleert. Al eerder verschenen op ons inspiratie platform is Wild-C in Eindhoven waar een industrieterrein wordt omgetoverd met verplaatsbaar groen. Zo ook in Arnhem waar op het dak van parkeergarage Langstraat een tijdelijk open park is gerealiseerd met uizicht over de stad of de bekende ‘dakakker’ naast Rotterdam centraal. Daarnaast verschijnen op verschillende duurzame platforms regelmatig DIY ideeën over hoe je je eigen vensterbank geranium vrij kan maken en vol kan zetten met kruiden, of hoe je plastic flessen en pallets kan omtoveren tot bloembakken de groene revolutie is aan de gang.
De kracht van groen
Het is duidelijk dat veel mensen tegenwoordig groente verbouwen alleen niet uit noodzaak maar als behoefte. Behoefte om te ontspannen van een steeds hectische wordend bestaan, behoefte om lekker creatief te rommelen en de behoefte om mensen te ontmoeten. Groen kan ook identiteit aan een plek geven waardoor het belangrijk is om gebieden die de komende jaren niet of nauwelijks bebouwd worden nuttig in te zetten!
Bronnen:
1. CBS
2. CBS. CBS/CLO/nov11/0060
3. Prof.mr. Friso de Zeeuw, mr.dr. Fred Hobma m.m.v. Rick de Boer (29-09-2012) Knelpunten omgevingsrecht voor gemeenten Case-onderzoek in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
4. CBS Chantal Melser
[caption id="attachment_438" align="alignnone" width="620"] Daktuin Arnhem[/caption]
[caption id="attachment_437" align="alignnone" width="680"] Dakakker Rotterdam[/caption]
[caption id="attachment_439" align="alignnone" width="680"] eet mij paviljoen; de stuurlij en atelier GRAS[/caption]
Recente reacties