Half 9 ’s ochtends op het treinstation Utrecht Centraal. Forenzen stappen treinen in en uit, om vervolgens naar hun desbetreffende bestemming te reizen. ‘S avonds komen ze weer thuis, waarna de wekker de volgende dag gaat en het hele verhaal weer van voor af aan begint.
Mensen leven in patronen, zowel bewust als onbewust. Deze zorgen ervoor dat onze dag structuur en vorm krijgt, net zoals de stedenbouwer en de planoloog de stad structuur en vorm geven. Zonder deze patronen zou een stad niet zijn zoals hij nu is. Maar kunnen wij deze patronen doorbreken?
Planologen, stedenbouwkundigen en beleidsbepalers proberen deze patronen te ontrafelen. Zo proberen professionals er voor te zorgen dat wij de ideale inwoners zijn die zichzelf binnen de perkjes houden. Alleen zijn deze regels wel zo belangrijk voor de alledaagse stad?
Het boek “de alledaagse stad” onderzoekt enerzijds inwoners die zelf de regels en wetten van het gebruik opstellen en zet dit vervolgens tegenover de ”geplande stad” die de professionals vorm geven.
Het boekt schets onder andere de sense of place. Jouw woonomgeving, die jij zelf een invulling geeft door middel van de mensen met wie je omgaat, de parken en pleinen die je bezoekt. Daarnaast is herkenning een belangrijk punt, dit hebben ze onderzocht door te vragen aan inwoners naar stukken buurt die je totaal negeert of niet interessant vindt. Dit is belangrijk om te begrijpen hoe mensen de buurt beleven, deze emoties kan een professional juist gebruiken om een ontwikkeling op gang te brengen dan wel identiteit te versterken.
We leven allemaal dan wel bewust, dan wel onbewust in de alledaagse stad,
Benut de mogelijkheden die de stad je biedt.
“De ALLEDAAGSE en de GEPLANDE STAD
Over identiteit, plek en thuis”
Recente reacties